Diagnose MS, en dan?

Multiple Sclerose is een ziekte die bij iedereen anders verloopt. Daarom wordt ook vaak gezegd dat iedereen zijn eigen Multiple Sclerose heeft. Omdat de ziekte bij iedereen anders verloopt betekent het leven met Multiple Sclerose een grote mate van onzekerheid over je gezondheid. Kies een onderwerp links in het menu of ga naar de overzichtspagina.

Behandeling van MS, hoe gaat dat?

Hoewel MS nog niet te genezen is, zijn de behandelmogelijkheden in de afgelopen jaren toegenomen. Er zijn een aantal effectieve behandelmogelijkheden bijgekomen. Door de verschillende oorzaken is de behandeling van Multiple Sclerose ook verschillend. MS-klachten zoals pijn, slechter zien, verminderd gevoel of blaasklachten zijn het gevolg van ontstekingshaarden of littekens in het centrale zenuwstelsel.

Leven met MS, hoe doe je dat?

Wanneer je MS hebt, is het verstandig om aanpassingen te doen in je dagelijks leven, maar het is ook belangrijk om MS niet je leven te laten bepalen. Aanpassingen zijn noodzakelijk want als je dat niet doet zal de ziekte nog meer grip op je krijgen.  

De verschillende thema's over MS

Cognitieve veranderingen door Multiple Sclerose is een ingewikkeld probleem. Als je MS hebt wil je begrijpen wat de ziekte precies is. Maar je wilt ook begrijpen waarom je problemen ervaart en hoe je jezelf hierbij kan helpen.

Services van toekomst met MS

Wil je praktische brochures downloaden zoals MS en Cognitieve Vaardigheden? Wil je de blogs van Tessa lezen of een handige lijst met allerlei links naar andere websites doorscrollen? In Services vind je alle informatie terug. 

Tessa - Wanneer het virus nadert

Het is ‘n donderdagmiddag in maart. Vanochtend zwom ik mijn vaste baantjes in het zwembad. Mijn lijf voelt sterk. Dadelijk trein ik naar vriendin De Onmisbare. Samen gaan we naar het theater voor ’n uitverkochte cabaretvoorstelling. Ik zal daar ’n paar nachten blijven slapen en ik heb er zin in. Van corona is dichtbij dan nog geen sprake. Maar dat zal díe namiddag nog veranderen…

Met ’n goed gevulde rugzak bepakt stap ik het stations-terrein af. De Onmisbare werkt thuis. ‘Of ik even langs de supermarkt wil voor ’n pak melk’, appt ze mij. “Tuurlijk”, schrijf ik terug. Ik vind niks fijner dan struinen door andere buurten, nieuwe omgevingen. In mijn oortjes klinkt Radio 1. Op het nieuws wordt onophoudelijk gesproken over ‘n naderend virus. Ik kan me er dan nog niks bij voorstellen. Ondertussen heb ik de supermarkt gevonden. Koele melk klotst in mijn schoudertas. Premier Rutte zal straks ’n persconferentie geven, hoor ik. De eerste in ’n hele reeks, blijkt later. Op weg naar De Onmisbare pakken donkere wolken samen. Onweer lijkt op komst. Zo gaat dat altijd in boeken realiseer ik mij. Onheilspellend weer gaat hand in hand met onverwachte wendingen in het verhaal. Overdreven literatuur.

Dan breekt de lucht. Dikke hagelstenen kletteren op straat. Om mij heen zie ik al het winkelend publiek dekking zoeken. Ook ik haast me onder de luifel van de plaatselijke juwelier. Gebroederlijk dicht op elkaar schuilen we samen voor dit onheil. Mijn natte bepakking en de krapte van mijn schuilplaats verhinderen het mij om ‘n selfie te maken zodat De Onmisbare kan zien waar ik blijf. Had ik de foto maar gemaakt, denk ik nu. Want juist dat opeengepakt samen zijn en schuilen zal (voorgoed?) veranderen. Ondertussen begint Rutte zijn persconferentie in mijn oortjes.

De lucht voelt koud maar droog als ik verder loop met de Premier in mijn oren. Zijn boodschap verwart me. Er waart ’n ongrijpbaar virus rond. Het publieke, culturele leven gaat op slot. Alle bijeenkomsten worden stilgelegd. Het land lijkt in gevaar. Luisterend naar Rutte bel ik aan bij De Onmisbare, ik wil geen woorden missen. Ook in haar huis klinkt Rutte’s stem.
Even geen begroeting, eerst samen verder luisteren. “De scholen kunnen open blijven”. Als Rutte klaar is met zijn bericht blijven wij ongelovig achter. Zou ons theater vanavond ook gecanceld worden?

Met de ervaring van nu is het vreemd te bedenken dat we daar nog aan twijfelden. Alsof voor ons uitje ’n uitzondering zou gelden. Alsof het zo’n vaart toch niet zou lopen. Hoe kun je nou alles per direct stil leggen, cancelen, verbieden? Het pleit voor onze veilige beschermde levens dat we ons er toen nog niks bij voor konden stellen.

De Onmisbare en ik drinken samen onze cappuccino. Het nieuws moet nog bezinken. We kletsen over wat dan nog onmogelijk lijkt. Ergens geloven we nog steeds, tegen beter weten in, dat onze voorstelling nog wel eens door zou kunnen gaan. Het kan toch niet?... Nu al?... Alles?... Wat is nou het gevaar?...

Met de kennis van nu lijken we twee goedgelovige naïevelingen. Bijna net zo in ongeloof als toen er zich twee vliegtuigen in de torens van het World Trade Center boorden. Gebeurtenissen waarvan je weet dat die het leven voorgoed veranderen al kun je vooraf niet voorzien hóe. Omdat de impact gewoon (nog) niet in je hoofd past.

Terwijl De Onmisbare haar zoontje van de crèche haalt lig ik op de bank. Ik luister nog altijd naar de radio. Nieuwsberichten buitelen over elkaar heen. Op mijn telefoon verschijnt met hoofdletters de kille melding van de schouwburg: “ voorstelling afgelast”. De ernst van het virus daalt langzaam in. Handen wassen is het devies. Niezen in je elleboog. Openbare ruimtes mijden. Ouderen en chronisch zieken zijn de kwetsbaren voor deze onbekende sluipmoordenaar.

Ik hang murw op de bank als De Onmisbare en zoonlief thuiskomen. De kleine kruipt over de drempel van de voordeur via de deurmat de woonkamer binnen. Met zijn ongewassen handjes trekt hij zijn blije koppie omhoog naar de bank. Zijn anders zo aandoenlijke, nieuwsgierige snotneus boezemt me nu angst in. Hij is verkouden, kan hij mij aansteken? Zijn handjes gleden over de deurmat, ik kon de bacteriën haast horen overspringen. Of kan ik het daar niet van krijgen? Wat weten we nog weinig.....

De Onmisbare loopt van de voordeur direct door naar de keuken. Het leven van ’n werkende moeder raast in sneltreinvaart. Er moet gauw gegeten worden. Ik hoor gerommel van potten en pannen. Maar ik hoor geen kraan. Ik voel me ’n zeurpiet als ik haar vraag of ze haar handen wil wassen. Ze wast ze zonder commentaar en, zo te horen, zonder zeep.
Dan hoor ik haar niezen. Opnieuw vraag ik of ze haar handen wil wassen. Ik hoor de kraan kort lopen en merk dat ik me ongemakkelijk voel.

Ben ik nou zo’n zeikerd? Overdrijf ik nou? Heb ik me door de niet-aflatende stroom nieuwsberichten laten beïnvloeden? Bang laten maken? Word ik ’n hypochonder? Ik ben lichtelijk smetvrezig van aard, gaat dat me nu parten spelen in onze jarenlange vriendschap?

Op de bank oefen ik mijn woorden, terwijl wij in onze vriendschap juist altijd alles onverhuld, eerlijk hebben kunnen zeggen. Maar praten over handen wassen hoefden wij nog nooit. “Ik voel me niet op mijn gemak. Ik kan beter naar huis gaan.” Stotter ik aan de eetkamertafel. De Onmisbare begrijpt het gelukkig meteen. Er is nog zoveel onduidelijk. MS verlaagt mijn weerstand en maakt mij kwetsbaar voor ieder griepje en verkoudheidje. Ook al voel ik me lijfelijk sterk, ik kan het virus niet uitdagen.

Binnen het uur stap ik die dag voor de tweede keer in de trein. Met ’n lege maag en ’n vol hoofd. De perrons en trein zijn gelukkig rustig. Ik ga terug naar huis. Normaal gesproken is één enkele treinreis voldoende om mij uit te putten.
Als de aanleiding niet zo onheilspellend, angstaanjagend treurig was geweest zou het haast goed nieuws zijn.

Publicatie datum: 11 mei 2020