In het centrale zenuwstelsel lopen bloedvaten, die het zenuwweefsel van zuurstof en voedingsstoffen voorzien. De ontstekingen bij MS bevinden zich vaak rondom deze bloedvaten en zorgen voor een lichte zwelling in het zenuwweefsel. Door deze zwelling wordt de informatieoverdracht (prikkelgeleiding) tussen de zenuwcellen in de hersenen vaak bemoeilijkt, en wordt de myeline beschadigd. Dit is meestal het moment waarop iemand MS-klachten krijgt. Een dergelijke ontstekingsperiode in het ziekteproces bij MS heet een ‘terugval’, maar wordt ook soms wel relaps, schub of exacerbatie genoemd. In de regel komt de ontsteking na enkele weken tot rust en kan er herstel van het zenuwweefsel en de myeline optreden, waardoor de informatieoverdracht van de hersenen naar andere delen van het lichaam herstelt.