Een ontstekingsperiode in het ziekteproces bij MS heet een ‘terugval’, maar wordt ook soms wel relaps, schub of exacerbatie genoemd. In de regel komt de ontsteking, die het gevolg is van MS, na enkele weken tot rust waarna er herstel van het zenuwweefsel en de myeline kan optreden. In dit geval herstelt dan ook de informatieoverdracht van de hersenen naar andere delen van het lichaam. Dit herstel is helaas niet altijd volledig. Uitgebreide ontstekingen veroorzaakt door de terugval kunnen een litteken achterlaten in het zenuwweefsel waardoor er restverschijnselen van de MS klachten kunnen ontstaan. Door de dunner wordende myeline-laag kan de informatieoverdracht via de zenuwvezels verslechteren en uiteindelijk kunnen zenuwuitlopers verloren gaan. De naam ‘MS’ komt dan ook voort uit het ziektebeeld zelf, en is een logische naamgeving omdat er vaak sprake is van verschillende (multipele) ontstekingshaarden met verscheidene littekens (sclerosis) in het centrale zenuwstelsel. De mate waarin dit proces optreedt, is van persoon tot persoon zeer verschillend.